Foto-Marieke-Dichterscollectief-Hengelo

Marieke Zijlstra-Derksen

Gedichtenbundel ‘Zandloperdichters’ (2014-2015) samen met andere zogenoemde zandloperdichters. Bundel uitgebracht door ‘Dichterscollectief Niet Zwichten maar Dichten’.

Gedichtenbundel met vormgedichten ‘Waar woorden dansen’ (oktober 2018) uitgebracht in eigen beheer.

Limerick over Marieke

Marieke een dichteres uit Delden
Kwam zich bij het dichterscollectief melden
Ze zingt en ze dicht
Heel knap van dat wicht
Dat zie je tegenwoordig maar zelden.

Kilte

Onder kwade grijze lucht
zaten raven, veren zwart
boven groen, boven grond
strak draad zakte zacht

Nacht kroop tegen bomen
nacht droop boven weide
regen lekte koude tijden

Grauw kroop tegen krauw
veren zwart, glans blauw
dorre akker likte aarde
dronk water, dronk traag

Mooie ceder sliep sloom
onder koude grijze deken
onder afdak stond lente

Marieke 29 januari 2025

Open deur

Op donkere dagen
draai ik de tijd om
en wandel ik weer
op het oude pad
door de vertrouwde deur
hoor ik zo duidelijk
jullie stemmen en
het lachen om kleine dingen.

Op vergeten momenten
draai ik de tijd om
en zit ik weer
aan de ruime tafel
met het zachte kleed
waar er altijd tijd is
voor koffie, koek en
verhalen die iedereen kent.

jullie stemmen blijven leven
jullie adem beweegt mijn hart
de deur naar vroeger is niet ver
ik hoef niet lang te reizen
of heel lang weg te blijven
zolang ik voel en zie
staat de deur naar vroeger open

op donkere dagen
op vergeten momenten
loop ik weer even bij jullie binnen
om warm te worden

Marieke 29 januari 2025

Geschenk

we hebben dromen neergelegd
met onze eigen woorden
gedachten overwogen
voor wie maar wilde horen

we hebben geschreven
met eindeloos geduld
al onze juweeltjes en
pareltjes onthuld

we hebben dromen neergelegd
in plakjes en roosjes
vandaag met weemoed en gemis
onder een regenboogje, maar

wat je samen deelt
is een groot cadeau
wat je samen had
evenzo

je draagt het mee
het is niet zwaar
tijdloos keramiek
ónbreekbaar

we hebben dromen neergelegd

Marieke Zijlstra,13 september 2021

Eigenwijs

Soms zou ik daar willen gaan
waar anderen niet zijn,
en ik zou willen zitten
als iedereen blijft staan.

Die vrijheid,
de keuze,
de mogelijkheid
om te doen.

Het afzetten
tegen al
wat meeloopt.

‘standing out’,
gezien worden,
je bent,
jij.

Laat me botsen,
laat me vallen,
laat me voelen
hoe dat gaat.

Dan sta ik straks weer op,
om mee te gaan.

Marieke Zijlstra, maart 2018

Rododendron

Rododendron
in de schaduw uit de zon
met jouw prachtig paarse kleuren
hoef jij echt niet meer te geuren
iedereen ziet jou wel staan
langs de brede oprijlaan.

Rozenheesters kamerbreed
dosis groen met glans bekleedt
denkend aan een snelle plas
drong ik in dit struikgewas

Rododendron
pronkt in parken bij ’t gazon
ook de aderlijke kringen
laten zich door jou omringen
o zo slim bij hoge nood
lost de druk verbergt het bloot

Rozenheesters kamerbreed
dosis groen met glans bekleedt
denkend aan te veel bagage
drong men snel in de bossage

Marieke Zijlstra, mei 2021

Boom Marieke

Bimmelbammelboom

met een houten teen
als ik buk kijk ik door je heen
onder jouw voet loopt een mossig pad
met kriskras takjes en kledderblad

Ik zie sporen, kleine voeten,
o ik zie een hele stoet
misschien wel van klompjesdwergen
heb jij ze gezien misschien?
Bimmelbammelboom
met je houten been
ze kwamen door jou heen

Ik zie ook nog blubberbanden
van een driewiel-egelfiets
kijk daar is hij omgevallen
heb jij hem geduwd misschien?
Bimmelbammelboom
met je houten been
en weet je ook waarheen?

Bimmelbammelboom
met een houten teen
als ik buk kijk ik door je heen
onder jouw voet
zit dwergenhaar
en een zonlichtschakelaar

Aan, aan, het licht is aan
en nu moet ik verdergaan

Marieke Zijlstra, januari 2021

Herinnering volgens het boekje

Dit wordt mijn volgende herinnering

Even verderop droom ik alvast
niet over kastelen of
Oostelijke staten
maar dichtbij
hoe ik iemand opzoek
hoe ik over een hek leun
en ergens naar kijk
vogels die zich wassen
schuiven keer op keer
met hun veren door het zand
alsof ze oefenen
voor een spel
Het glas beslaat
beetje bij beetje
ben ik minder aanwezig

Ik moet een nieuwe herinnering zoeken

Marieke Zijlstra, november 2020

Vloerbedekking

Zo’n tapijt
kamerbreed
met bladeren
die zich nog één keer
van hun mooiste kant laten zien
in een ochtend
een middag
een avond
met de geur van mos
en humuslagen
doorweven met
opgeslagen zon
waar je voorzichtig
met blote voeten voelt
waar je vingertoppen
tot aan je handpalmen
in verdwijnen
waar je je uitstrekt
omrolt
en laaft in het late ochtendgloren
zo’n tapijt wil ik

Marieke Zijlstra, 19 oktober 2020

Feestgedicht bij het eerste lustrum van het Dichterscollectief Niet Zwichten maar Dichten

Gedichten en gedachten

Op een gedachteloze morgen
kwamen alle woorden saam,
om te plezieren en te vieren
dat gedichten nog bestaan,
nu nóg worden ze gelezen,
nu nóg worden ze gehoord,
zeer bedreven nog geschreven;
dat beaamde menig woord.

En de woorden hieven glazen
om te proosten op het ‘rijm’,
op vaste- en op vrije verzen,
lyrisch raakten ze in zwijm.
Nog eens schonken ze champagne,
nog eens dronken ze verblijd,
dansend vormden ze een feestlied,
er ontstond onzinnigheid.

Kromme zinnen kropen lallend
tussen haakjes op de grond,
en daar boven schoven regels
zonder diepgang op hun kont,
uitroeptekens klonterden samen
en een voegwoord stond vooraan,
hij gebood voorname woorden
ergens anders te gaan staan.

Er hingen woorden in de lucht
met scherpe rake randjes,
de muzikale woorden werden
plots’ling dissonantjes,
onheilspellende termen trokken
aan gebroken zinnen,
nu moest toch een verstandig woord
heel snel iets gaan verzinnen.

Plots klingelde de gedachten-gong,
kwam aan de deur een dichter,
hij plukte wat woorden voor een song
en ’t werd gelijk wat lichter,
hij poetste ze weer netjes op
en vond wat synoniemen,
verplaatste wat en woog nog wat,
er moest nog meer ontkiemen.

De woorden werden welbespraakt
en zongen over bloemen,
het werd verfrissend en vol smaak
door in- en uit te zoomen.
Dit vreugdelied klonk overal,
uit tenen tot in zielen,
de woorden werden een geheel,
al was het kiele-kiele.

Dus dichters, pakt uw pennen op
en stoei met wond ’re woorden,
voorzie ze van gevoelens en
misschien nog wat akkoorden,
ze worden nog gelezen,
ja ze worden nog gehoord.
Leve de dichter! Leve het woord!

Marieke Zijlstra, september 2019

Opa’s bankje

Niemand hoort
het kraken en zagen,
het zwoegen van metalen tanden,
hoofd op hol hout.

In de lucht kleine deeltjes,
springende splinters,
molm als verroeste waterstroompjes
in hoopjes
op niemandsland.

De zoetige houten lucht,
vermengd met zout
en oude trui.

Ruw gestreken palen
als benen in de aarde
dragen de stroeve stam,
geklonken zetel,
geslonken plak.

De tijd kwijnt in het lange gras
waar de narcis nog staat,
gevallen takken waken
bij het krieken,
iedere dag.

Een stem zegt dat ik plaats mag nemen.

Marieke Zijlstra, maart 2016

Dichterscollectief Hengelo- Jans Renken

Jans Renken

Lid van ons dichterscollectief sedert februari 2017. Vanaf het eerste uur toonde Jans zich betrokken bij het dichterscollectief.

Hij fotografeert en rubriceert. Jans is onze webmaster.

Ook is hij verhalenverteller bij de Verhalenkraal, tekstschrijver, was acteur bij Vliegende Stoel en was actief bij het Schrijverscafé in Bibliotheek Hengelo.

Hij heeft zijn eigen Schrijfclub. “Proza bij de koffie”

Publicatie

Gedichtenbundel ‘Zandloperdichters’ (2014-2015) samen met andere zogenoemde zandloperdichters. Bundel uitgebracht door ‘Dichterscollectief Niet Zwichten maar Dichten’.

Gedichtenbundel ‘Brandhout‘ (2021) Verzameling gedichten. Gepresenteerd tijdens de Lunchpauze van Het Dichterscollectief.

Limerick over Jans

“Verhalen vertellen dat doe je zo”,
zegt dichter Jans uit Hengelo.
“Met heel veel lef en fantasie
krijg je ’t makkelijk onder de knie,
en van het publiek een ovatie kado”.

Ik Schorpioen

Ze vinden me intens
en gevaarlijk verleidelijk
het ergste soort
onder de sterrenbeelden
ik kan er niets aan doen
ik ben een Schorpioen.

Mijn hypnotiserende blik is dodelijk
opervlakkigheid is niet mijn ding
gepassioneerd en bezitterig zijn
en diepe fascinatie vind ik fijn
dat alles zonder een vorm van fatsoen
ik ben nu eenmaal een Schorpioen.

Gaan tot op het gaatje
vaak tot over het randje
hou van leven in de brouwerij
altijd op zoek naar het nieuwe
graag stook ik een brandje
ja ik geef hem graag van katoen
want ik ben een Schorpioen.

Men vind mij mysterieus
en geheimzinnig en ongrijpbaar
koester binnenvet en wraakgedachten
gooi met kwetsende woorden
in hachelijk chagrijnige buien
dat staat op mijn blazoen
ik ben natuurlijk een Schorpioen.

Ik ben van het leven en de dood
het donker en het licht
van het goed en het kwaad
in hoge luchten en grote dieptes
met een masker zonder gezicht
hou van zwart en wit
en van geel en groen
daarom ben ik een Schorpioen.

Maar dit kan ik toch niet zijn
iemand met zoveel venijn
ik herken mij hier totaal niet in
het leven geeft mij juist zin
dit is totale onzin
ik ben nog steeds
dat kleine lieve jongetje van toen
toen was ik een echte Schorpioen.

Jans Renken, februari 2025

Onnodige taal

ik heb een woordverslaving
uh-uh, begrijp mij niet verkeerd
eigenlijk, zeg maar
gebruik ik het namelijk altijd
laat ik het maar zo zeggen
misschien vindt u dat fijn
of supergaaf
of top
dan heb ik zoiets van
het is zoals het is
niets meer aan doen
en bovendien
uh, hoe heet dat ook alweer
ik heb het al een plekje gegeven
dus…..
hoe mooi is dat
helemaal goed
geniet ervan

dat dus

Jans Renken, oktober 2022

Ode aan de vrijwilliger

De vrijwilligers zijn er al vroeg
De bardienst van de club
Want er is werk genoeg
De tafels schoon, even hup

In het verzorgingshuis
Wordt de koffie geschonken
De rolstoelduwers maken hun rondje
Een eindje om het huis

De dozen worden gevuld
In de voedselbank
De collectant gaat van huis tot huis
En zegt bij elke gift, hartelijk dank

De brandweerman rukt uit
De EHBO’er verzorgt de wond
De scheids blaast op zijn fluit
De uitlaatdienst wandelt met de hond

Zo maar wat voorbeelden
Van vrijwilligers zoals u en ik
Zich bekommerend om de minderbedeelden
Onbaatzuchtig, maar met grote schik

Ook al is hun aandeel nog zo klein
Waar zouden we zonder de vrijwilliger zijn
Het is toch als een klontje zo klaar
Zonder de vrijwilliger
Stort de samenleving in elkaar

Vandaar deze ode
Aan al die dames en heren
Een woord van dank
Het is me een eer om u te eren

Jans Renken, oktober 2022

Koek

Ik ben dol op koek
op Deventerkoek
op Groningerkoek
op ontbijtkoek
en ik wil niet overdrijven
ben ook gek op Oude Wijven.

Er is echter één koek
waar ik niet van hou
en dat is Lulkoek
Lulkoek is vies en smerig
van Lulkoek ga ik schuimen
Lulkoek is niet te pruimen.

Wie Lulkoek uitdeelt
is niet van deze wereld
kletst uit zijn nek
heeft niets te zeggen
ze moesten hem voor altijd
het zwijgen opleggen
en trakteren op billenkoek.

Alhoewel er zijn lieden
die smullen van billenkoek
u zult het niet geloven
en dat hoeft ook niet
zeg maar gewoon ‘ja koekoek’
dat is ordinaire kletskoek.

Jans Renken, september 2021

Ochtendgloren

In de ochtendkrieken
staan halve koeien
in de lage nevel.
Nog even
en dan zal de zon
haar stralen uitdelen.

De boer start zijn trekker
ergens blaft een hond
ganzen staan klaar
om de dag te beginnen.

Een licht briesje
blaast haar zucht over de velden
de zon begint te trakteren.

De nevel houdt het voor gezien.

Jans Renken, september 2021

IJsvloer

In de zwartheldere nacht
bepeinst de maan het zwerk
en werpt zijn licht
achteloos op de rivier.

De tintelende winterkou
maakt ochtendmist en bevroren dauw
en dikt de ijsvloer.

Een rilling gaat over mijn rug
Ik zit aan de oever en huiver
mijn lichaam is bevroren
gedachteloos staar ik voor me uit
de stilte is mijn metgezel.

In mijn hoofd is kilte
Angst en eenzaamheid
maken me kwetsbaar en onzeker.

Ver weg luidt de kerkklok
ze werpt me terug in de tijd
Ik sta op
en sleep me door de nacht.

Het sneeuwwitte winterlandschap
strekt zich voor me uit
ze lonkt met haar wade.

Maar vannacht is niet de nacht.

Het ijs is te dik.

Jans Renken, januari 2021

Gemoed

Koude rillingen
krijg ik van
alle complot roepers
en krompraters

Ik verhef me
en stijg rustig op
met een glimlach boven
het moeras van
alle zwartdenkers en galspugers

In alle rust
vaar ik verder
op mijn eigen gemoed

Jans Renken, januari 2021

Op naar het licht

IJzige gezichten
Staren met lange adem
In het vuur
De dag donker en grijs
Doorleven ze als andere dagen
Van dag tot dag

Vanbuiten lijkt het zo
Bevroren en somber
Vanbinnen zijn ze blij
Met warmte in hun hart
Aanstonds geeft de leider het teken
Een teken voor dans en zang
Het verdringt hun zorgen

De langste nacht is voorbij
Ze kennen de betekenis
Van de cirkel van het leven

Vanuit de duisternis
Doemt de leider op
Met geheven armen
Valt hij in gezang
Er is weer hoop en zicht

Zicht op het licht

Jans Renken, december 2020

En dan nog even dit

Er is geen schuldige
Niemand kan er iets aan doen
Je kunt demonstreren
Je kunt de regels negeren
Je kunt roepen en schreeuwen
Je kunt de overheid onder controle krijgen
Maar ondertussen is het er wel

Ik doe gewoon wat ik moet doen
Ook al vind ik dat niet fijn
Ik durf het hardop te zeggen
Laten we met z’n allen voorzichtig zijn.

Jans Renken, december 2020

Korenveld met kraaien

Een lucht zo turbulent
Zo beweeglijk
Zo dreigend donker van toon
Het koren zwiept en golft
Alsof het de wind wil bewijzen
Dat het wild is
Te wild voor een zwerm kraaien
Ze laten het koren onberoerd
Hun vlucht is droefgeestig en doelloos

Reddeloos loopt de weg dood
Zal de einder nooit bereiken
Geen spoor van iets menselijks
Alleen kale karrensporen
Diep in het zand
De verte lijkt blind
Door een verdwenen horizon
De stemming is onheilspellend
Meer zwaarmoedig
Er is een zekere wanhoop
Een dreiging
Gelijk het krassen van de kraaien

De voorbode van de dood?
Spreekt hier de radeloosheid?

Vincent waren dit je laatste streken?
Was dit je laatste boodschap?
Heb je de laatste plek gevonden
Voor je laatste adem?

Of was het gewoon balorigheid
Gewoon een streek
De nieuwe weg
naar verandering
die jij in durfde te slaan
Wist je niet dat je einde kwam?
Dat de waanzin zou toeslaan?

Ook wij zullen het nooit weten.

Jans Renken, oktober 2019

Bart

Bart Brendel

Lid van ons dichterscollectief sedert oktober 2021

Bart dicht graag in het Twents dialect

Publicatie

Gedichtenbundel ‘Gedichten moet je voelen’ (2020)

Gedichtenbundel ‘Dichten in het plat is màklek zat’ (2021)

Gedichtenbundel ‘Breed ligt de wereld aan je voeten’ (2024)

Limerick over Bart

Een dichter uit Delden komt heden
Met fiets en al binnengereden
Zijn verzen zijn snel
Maar raken je wel
Ze zijn uit het harthout gesneden

Dichten in ‘t plat

Dichten in ‘t plat
is màklek zat:
ie plakt gewoon
‘t ene woord
noa ‘t and’re.
En dan, an ‘t ende
zeg ie:
Zo, dat he ‘k ehad.

Bart Brendel, augustus 2022

Mooier dan Mozart

Mooier dan Mozart
tipte je over de toetsen van de straat
woorden dansten op je lippen
keken klankverliefd naar je op
en zongen in majeur
klinkers in jou omhoog

Bart Brendel, oktober 2021

Ik lig te zonnen

Ik lig te zonnen in dit gedicht
zalig uitgestrekt in deze woorden
genietend van klanken
die mij zingen voorbij dit lied

Bart Brendel, oktober 2021

Sjok

Sjok
Sjok
sjok, sjokt de sjokker
sjok, sjokt, sjokt de sjokker
sjokkerde
sjok
sjok

Bart Brendel, oktober 2021

Eric Vink

Eric Vink

Lid van ons dichterscollectief sedert januari 2024

Deze Leidenaar, nu woonachtig te Hengelo, schrijft al sinds zijn vroege tienerjaren rijmpjes,
limericks, gedichten etc. en goochelt graag met woorden.
Maar ook alternatieve teksten op bestaande melodieën en was al vroeg steeds de klos met het
schrijven van Sinterklaasgedichten voor iedereen.
Maakt ook vrije interpretaties en vertalingen van Engelstalige gedichten.

Heeft een eigen wekelijkse interactieve live vlog die voornamelijk gaat over bewustwording met
gerelateerde gedichten, quotes, versjes en verhalen.

Maakt ook maatschappijkritische gedichten, verhalen, columns en vlogs.
Biedt daarnaast nog persoonlijke sociale ondersteuning aan.

“Voorjaar!”

Een frisse ochtendbries waait door de bomen,
een takje danst van blijdschap op de deining mee.
Hij weet nog niet wat er gaat komen,
en schikt zich noodgedwongen maar gedwee.

Knopjes verschijnen zowaar aan iedere tak,
de vogels zijn onrustig, er komt iets aan.
Een paard loopt in de wei op zijn gemak,
het is met de winter nu echt gedaan.

Schapenwolkjes verschijnen in de lucht,
het groen begint langzaam door te breken.
Ik rek me uit met een diepe zucht,
op al dat moois raak ik niet uitgekeken.

Het bos begint zich uit te strekken,
als je goed luistert kan je het horen.
Het regenwater vormt zich tot een bekken,
het leven bloeit als ooit tevoren.

Een beekje slingert zich kronkelend door het land,
een verloren herfstblad lift gratis mee.
De salamander baant zich een weg door het zand,
het lammetje dartelt in de wei langs de allee.

Loop ergens buiten, het geeft niet waar,
genietend van de mooie natuur.
Een half uurtje per dag maar,
en laadt jezelf weer op vol vuur.

Ik dwing mijzelf dit te blijven zien,
al ga ik er ook soms aan voorbij.
En bedenk dan vaak zomaar, “Misschien,
kan dit de laatste keer wel zijn voor mij!”.

Eric Vink, februari 2024

“Geheim!”

Zeg, kan jij een geheim bewaren?
’t Is waarachtig niet te verklaren.
Ik zit hier en schrijf zomaar wat neer.
’t Lukt me telkens, keer op keer.
Ik weet niet hoe het zo is gekomen.
’t Is wel iets om van te dromen.
Verzen, gedichten en poëzie.
Wat het ook is, ik weet het nie.
Ik zou zo zeggen, geniet er maar van.
Je weet maar nooit hoelang het nog kan.
Dus wil je alsjeblieft dit geheim bewaren?
Want het is toch niet te verklaren.

Eric Vink, februari 2024

“Haarodel!”

Met een liefdevol hart van goud,
is het geenszins een bezwaar.
wanneer je van anderen houdt,
en rood de kleur is van jouw haar.

Rebels en ook wel ondeugd,
een onlosmakelijk cliché.
maar ook vaak tot veler vreugd,
brengt dat met zich mee.

Wees trots en laat ze zien,
jouw mooie hartrode haren.
Een ander is wellicht jaloers misschien,
omdat ze hoopten dat het de hunne waren.

Eric Vink, februari 2024

“Jij!”

Jij, een druppel in het leven.
Jij, die daardoor bloei kan geven.

Jij, inspireert tot oneindigheid.
Jij, raakt mij nooit meer kwijt.

Jij, met je innemende lach.
Jij, die alles zeggen mag.

Jij, bloem in deze verzengende levenswoestijn.
Jij, mijn vreugde maar ook mijn pijn.

Jij, geliefd door velen.
Jij, doet mijn ogen strelen.

Jij, alles in jij ben ik.
Jij, alles in mij ben jij.

Ik hou van jij.
Jij ook van mij?

Eric Vink, februari 2024

“Herfst!”

H eerlijk warme herfstkleuren,
E n de bijbehorende seizoen geuren.
R ukwinden doen hun onverbiddelijke werk,
F ladderende bladeren dalen neer op het perk.
S chijnbaar zit er nergens meer leven in,
T och gloort er in de verte onmiskenbaar een nieuw begin.

Eric Vink, februari 2024

“Wensen!”

Lieve mensen,
voor allen deze wensen.

In goede en in slechte tijden,
moet je soms elkaar verblijden.

Geniet van alles groot en klein,
waardeer dat je jezelf mag zijn.

Leef voluit en proef het leven,
Er is nog zoveel te vergeven.

Bedenk zoals jij zou willen dat de wereld eruit moet zien,
dan gebeurt het vast wel ooit misschien.

Want we hebben nu eenmaal geen alternatief,
dus heb alles en iedereen onvoorwaardelijk lief.

Eric Vink, februari 2024

“Kreeft!”

Wanneer je kennis hebt aan een kreeft,
weet dan dat die anders leeft.
Anders denkt en anders voelt,
en toch goed merkt wat je bedoelt.
Eentje die oprecht om je geeft!

Draagt meer dan je zo zou denken,
bedient bijna ieder op haar of zijn wenken.
Laat zichzelf liever buiten beeld,
het ego behoeft niet te worden gestreeld.
Een kreeft wil alleen maar liefde schenken!

Eric Vink, februari 2024

“Liggend belangrijk!”

Ik lig hier maar te liggen, in mijn eentje doch niet alleen.
Ik lig hier maar te liggen, ik hoef toch immers nergens heen.

Het is niet aan te raden, om hier zomaar weg te gaan.
Het is niet aan te raden, voor mij rechtop te blijven staan.

Eigenlijk klopt dit niet, het lijkt alsof ik faal.
Eigenlijk klopt dit niet, er is iets mis met dit verhaal.

Maar ook weer wel, anders ligt er van alles en nog wat braak.
Maar ook weer wel, het is nu eenmaal mijn allerbelangrijkste taak.

De boel strak houden, zodat alles gladjes blijft verlopen.
De boel strak houden, dat heb ik wel gesnopen.

Maar ik houd vol, al wordt ik met voeten betreden.
Maar ik houd vol, al sinds het eerste verleden.

Trouw aan mijn taak, over de lasten die ik moet dragen.
Trouw aan mijn taak, hoor je mij nooit en te nimmer klagen.

Ook al ben ik breekbaar, geen mens droeg ooit zoveel lasten.
Ook al ben ik breekbaar, maar ik droeg wel miljoenen gasten.

Toch blijf ik maar bescheiden, ik ben geen lastige vlegel.
Toch blijf ik maar bescheiden, want ik ben maar een eenvoudige stoeptegel.

Eric Vink, februari 2024

“Vloeiende liefde!”

Laat uw liefde rijkelijk vloeien,
om samen groter te groeien.
Laat uw liefde rijkelijk vloeien,
om samen te behoren tot de goeien.
Laat uw liefde rijkelijk vloeien,
om samen niet te vermoeien.
Laat uw liefde rijkelijk vloeien,
om samen opnieuw te kunnen bloeien.
Laat uw liefde rijkelijk vloeien,
om samen dan los te komen van onze boeien!

Eric Vink, juni 2024

“Mijn trouwe maatje!”

Hij is mijn trouwe maatje,
overal en altijd.
Maar maakt helaas geen praatje,
tot mijn grote spijt.

Waar dat ik ook mag gaan,
hij is altijd in de buurt.
En hangt wat rond, vaak tegen mij aan,
voor zolang als dat dan duurt.

Dat geeft wat warmte en geborgenheid,
en dat zonder te spreken.
Zo gaat het al jaren door de tijd,
is tot nu toe wel gebleken.

Hij is wat ouder nu, net als ik,
verliest zo her en der wat kleur.
maar daarover maak ik mij niet dik,
belangrijk is zijn fijne geur.

Maar ook zijn eindeloze trouw,
hetgeen niet anders kan.
Want weggaan kan hij niet gauw,
dat bepaal ik weer dan.

Maar dat gebeurt niet kan ik u zeggen,
ik kreeg hem namelijk met veel gevoel.
Dat hoef ik u ook niet uit te leggen,
u begrijpt wel wat ik bedoel.

En zo heeft ieder voorwerp zijn waarde gekregen,
door emotie en niet in geld.
Want dat zal immer zwaarder wegen,
juist door wat ik u hier heb verteld.

Dus met gevoel laat ik u weten,
wat voor mij dat voorwerp is en was.
Ook al is hij wat versleten,
mijn oude trouwe leren jas.